De verrassend recente domesticatie van katten: een nieuwe kijk op de geschiedenis van katten

32

Al millennia lang delen katten onze huizen, maar het verhaal van hoe ze gedomesticeerd raakten is veel complexer (en recenter) dan eerder werd gedacht. Uit twee nieuwe onderzoeken gepubliceerd in Science en Cell Genomics blijkt dat katten niet van de ene op de andere dag van wild naar schootvriendelijk zijn overgegaan. In plaats daarvan verliep het proces geleidelijk, met meerdere valse starts en een verrassend late golf van echte domesticatie.

De langzame verbranding van domesticatie

De lang gekoesterde veronderstelling dat katten al vroeg in de menselijke geschiedenis getemd werden, wordt in twijfel getrokken. Archeologisch bewijs voor de domesticatie van katten is schaars; kattenbotten zijn klein en hebben minder kans om de opgraving te overleven in vergelijking met die van algemeen geconsumeerde dieren. Deze schaarste heeft onderzoekers gedwongen te vertrouwen op genetische analyse, wat nu suggereert dat de tijdlijn veel korter is dan gedacht.

Eén onderzoek richtte zich op katten in het oude China en ontdekte dat Aziatische wilde katten 3500 jaar lang naast mensen leefden zonder volledig gedomesticeerd te worden. Zoals bioloog Luo Shu-Jin opmerkt, waren deze wilde katten een ‘duidelijk voorbeeld van een ‘mislukte domesticatie’, waarbij ze ondanks langdurig contact fel en onafhankelijk bleven. Klimaatverschuivingen en veranderingen in de landbouw kunnen een rol hebben gespeeld, waardoor de beschikbaarheid van voedsel is verminderd en de integratie ervan in menselijke nederzettingen is belemmerd. Echte huiskatten arriveerden pas ongeveer 1400 jaar geleden via de Zijderoute, wat duidt op een latere toestroom in plaats van een eeuwenoude, geleidelijke overgang.

Een heroverweging van de oorsprong in Europa en Noord-Afrika

Een parallelle studie onderzocht oude kattenresten in Europa en Noord-Afrika, wat het idee versterkte dat domesticatie geen eenvoudig proces was. Eerder onderzoek heeft bij vroege huiskatten een mix van wilde kattenafkomst uit het Nabije Oosten en Noord-Afrika aangetoond. Een frisse blik op nucleair DNA van duizenden jaren oude Turkse katten onthulde echter iets verrassends: deze katachtigen waren puur wild.

Deze bevinding, gecombineerd met het Chinese onderzoek, suggereert dat katten pas 2000 jaar geleden volledig in het menselijk leven werden geïntegreerd. Zelfs toen was het proces niet absoluut; zoals paleogeneticus Claudio Ottoni opmerkt, behielden katten hun onafhankelijkheid en kruisten ze vaak met lokale wilde populaties.

De snelheid van kattenintegratie

De relatief recente tijdlijn onderstreept hoe snel katten zich in de mensenwereld vestigden. Ondanks een lange geschiedenis van co-existentie lijkt echte domesticatie binnen een paar eeuwen te hebben plaatsgevonden – een oogwenk in evolutionaire termen.

Zoals kattengeneticus Leslie Lyons het kort en bondig verwoordt: “Ze gluren de deur beetje bij beetje open… om ons ideeën te geven over hoe ze zijn gekomen waar ze nu zijn.” Het verhaal van de domesticatie van katten ontvouwt zich nog steeds, en deze nieuwe onderzoeken herinneren ons eraan dat onze katachtige metgezellen een complexere en verrassend recente geschiedenis met mensen hebben dan we ooit geloofden.